2024-008 Klacht over de behandeling van een letselschadeclaim
Door een belanghebbende ingediende klacht.
Ongegrond bevonden klacht.
In een werkgeversaansprakelijkheidskwestie verwijt klager aangeslotene dat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan en ten onrechte heeft aangestuurd op het standpunt dat klager fraudeert, na aanvankelijke erkenning van aansprakelijkheid. Volgens klager heeft niemand bij aangeslotene de moeite genomen om het dossier goed te lezen. De Tuchtraad verklaart de klacht ongegrond.
2024-007 Klacht over de behandeling van een letselschadeclaim
Door een belanghebbende ingediende klacht.
Ongegrond bevonden klacht.
In een medische aansprakelijkheidskwestie verwijt klaagster aangeslotene en haar verzekerde te frauderen. Ook heeft aangeslotene volgens klaagster voortdurend in strijd met de GOMA en GBL gehandeld. Klaagster stelt dat er niet serieus is meegewerkt aan een vragenlijst voor een medische expertise en dat het medisch dossier niet volledig is verstrekt. Volgens klaagster beschermt aangeslotene artsen ten koste van de slachtoffers van medisch verwijtbaar handelen. De Tuchtraad verklaart de klacht ongegrond.
2024-006 De klacht gaat over de behandeling van een claim op een rechtsbijstandsverzekering
Door de voorzitter van de Geschillencommissie doorverwezen klacht.
Ongegrond bevonden klacht.
Klaagster vindt dat aangeslotene bij de uitvoering van de verzochte rechtsbijstand niet te goeder trouw heeft gehandeld en haar steeds heeft tegengewerkt. Volgens klaagster heeft aangeslotene haar zaak doelbewust en zonder inhoudelijke argumentatie afgewezen. Zij is van mening dat aangeslotene geen oog had voor de door haar aangedragen (tegen)argumenten waarom haar zaak een redelijke kans van slagen had. De Tuchtraad oordeelt dat de adviezen die aangeslotene klaagster heeft gegeven over de haalbaarheid van haar zaak ver onder de maat waren. Deze vaststelling is evenwel onvoldoende om te kunnen concluderen dat bij aangeslotene sprake is van een stelselmatige ontmoedigingsstrategie, zoals klaagster aanvoert. De procedure bij aangeslotene is zo ingericht dat de mogelijkheid van de geschillenregeling openstaat indien een verzekerde zich niet kan vinden in het advies over de haalbaarheid van de zaak. Deze geschillenregeling maakt integraal deel uit van de procedure voor de behandeling van dossiers. De Tuchtraad is van oordeel dat aangeslotene het vertrouwen in de branche niet heeft geschaad, doordat zij klaagster heeft gewezen op het bestaan van de geschillenregeling, en aan die regeling desgevraagd actief uitvoering te geven, met voor klaagster gunstig resultaat.
De klachten van klagers inhoudende dat aangeslotenen een verwijt valt te maken dat een aantal procedures bij het Kifid zijn stilgelegd worden kennelijk ongegrond verklaard. De Tuchtraad oordeelt niet over het handelen van de Geschillencommissie, de Commissie van Beroep van het Kifid en/of het handelen van het Kifid in zijn algemeenheid. De klacht dient betrekking te hebben op een tuchtrechtelijk relevante gedraging van een aangeslotene of op een gedraging van een aangeslotene die kennelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar is.
2024-004 De klacht gaat over de behandeling van een claim op een arbeidsongeschiktheidsverzekering
Door de voorzitter van de Geschillencommissie doorverwezen klacht.
Ongegrond bevonden klacht.
Aangeslotene heeft aan klager een uitkering toegekend onder zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering. Volgens klager heeft aangeslotene hierna in strijd met eerder gemaakte afspraken aangestuurd op een nieuwe beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid. Tevens heeft zij in het kader van de herbeoordeling geprobeerd de arbeidsdeskundige te beïnvloeden door sturende vragen te stellen, suggesties ter aanpassing van de rapportage te doen en door het niet (tijdig) betalen van de factuur van de arbeidsdeskundige. Daarnaast heeft aangeslotene volgens klager het proces rondom de herbeoordeling bewust vertraagd en niet gereageerd op een directieklacht. De eerste klacht kan de Tuchtraad niet behandelen omdat de Geschillencommissie van Kifid daarover reeds heeft beslist. De Tuchtraad oordeelt over de overige klachten dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
2024-003 De klacht gaat over de behandeling van een letselschadeclaim
Door een belanghebbende ingediende klacht.
Gedeeltelijk gegrond bevonden klacht.
Klaagster is van mening dat aangeslotene bij de behandeling van haar letselschadeclaim in strijd heeft gehandeld met de Gedragscode Verzekeraars en met de (Medische Paragraaf van de) GBL. Volgens klaagster is sprake van vooringenomenheid, heeft aangeslotene niet zorg gedragen voor een voortvarende en zorgvuldige afhandeling, heeft zij ten onrechte gevraagd om een integraal uittreksel uit het huisartsenjournaal en weigert zij de buitengerechtelijke kosten te betalen. Tot slot is volgens klaagster sprake van belangenverstrengeling. De Tuchtraad is van oordeel dat de klacht over de vertraging in de behandeling van de claim gegrond is. Aangeslotene heeft ook erkend dat zij voortvarender had moeten handelen. De overige klachten zijn ongegrond. De Tuchtraad ziet geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel.
Door een belanghebbende ingediende klacht.
Ongegrond bevonden klacht.
De klacht gaat over de uitvoering van de rechtsbijstand door de rechtsbijstandsverzekeraar van de wederpartij van klager. Met verwijzing naar zijn eerdere uitspraak oordeelt de Tuchtraad dat de rechtsbijstandsverlener zich jegens de wederpartij dient te onthouden van onbehoorlijke gedragingen. De Tuchtraad is van oordeel dat de rechtsbijstandsverlener zich niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gedragen.
2024-001 De klacht gaat over het niet vergoeden van buitengerechtelijke kosten door aangeslotene
Door een belanghebbende ingediende klacht.
Ongegrond bevonden klacht.
Klager staat als belangenbehartiger cliënten bij in letselschadedossiers. Hij klaagt over het niet vergoeden van buitengerechtelijke kosten door aangeslotene. De Tuchtraad oordeelt dat een verzekeraar bij een verzoek om vergoeding van de buitengerechtelijke kosten mag beoordelen of is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW. Daarbij heeft een verzekeraar ook de ruimte om te beoordelen of de rechtsbijstand waarvoor een vergoeding wordt gevraagd deskundig is. De Tuchtraad kan de afweging die de verzekeraar hierin heeft gemaakt slechts marginaal toetsen. De Tuchtraad is, gelet op de argumenten die aangeslotene heeft aangevoerd en die door klager niet zijn weersproken, van oordeel dat aangeslotene onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid het standpunt heeft mogen innemen dat niet is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets. De klacht is daarom ongegrond.